Prinsjesdag 2021: opnieuw één miljard voor woningbouw
Demissionair kabinet of niet, ook dit jaar met Prinsjesdag is er aandacht voor de woningmarkt. Het demissionaire kabinet doet alleen gerichte investeringen op terreinen waar dat niet kan wachten. De krappe woningmarkt is er daar een van. Wij zetten de voorstellen rondom de woningmarkt voor u op een rij. Wanneer de Eerste en Tweede Kamer de voorstellen goedkeuren, gaan ze vanaf 1 januari 2022 in.
Opnieuw 1 miljard voor woningbouw
Het potje ‘woningbouwimpuls’, waarin het kabinet in 2019 al één miljard euro in heeft gestort, is leeg. Gemeenten konden met het geld bijvoorbeeld vervuilde grond saneren, de wijk beter bereikbaar maken of openbaar vervoer aanleggen. Vanaf 2022 komt er een vergelijkbaar initiatief. Om snelle woningbouw te stimuleren wordt er jaarlijks 100 miljoen euro begroot voor komende tien jaar. Het kabinet hoopt daarmee een hogere bouwproductie mogelijk te maken.
Subsidie om woningen te verduurzamen
Om aan de Europese richtlijnen te kunnen voldoen, wil de overheid de drempel voor het verduurzamen van een woning verlagen. Veel woningeigenaren vinden de kosten momenteel te hoog. Vanaf 2022 tot 2024 zijn er straks twee subsidieregelingen beschikbaar:
- € 288 miljoen voor hybride warmtepompen in woningen;
- € 514 miljoen voor isolatie van huur- en koopwoningen.
Woonsubsidie voor speciale doelgroepen wordt verlengd
De subsidieregeling voor woningnieuwbouw voor kwetsbare groepen wordt verlengd tot 2025. In deze groep vallen bijvoorbeeld dak- en thuisloze mensen, studenten en statushouders. Jaarlijks wordt er tien miljoen euro beschikbaar gesteld.
Onvoorziene omstandigheden bij overdrachtsbelasting
Wanneer men als starter een woning koopt, kan men gebruikmaken van de startervrijstelling of het verlaagde tarief van 2% bij de overdrachtsbelasting. Deze regeling is alleen van toepassing als de woning langdurig of als hoofdverblijf gebruikt wordt. Wanneer dit niet het geval is, betaalt men het algemene tarief van 8%. Vanaf 2022 wordt er rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld het overlijden van iemand of een scheiding. In deze gevallen blijft de startersregeling of het lage tarief in stand.
Voorbeeld: Stefanie en Niels tekenen een voorlopig koopcontract. Eén week voor de overdracht komt Niels te overlijden. Mogelijk wil Stefanie de aangekochte woning niet meer gebruiken als hoofdverblijf. In dat geval moet ze momenteel 8% overdrachtsbelasting betalen in plaats van 2%. Vanaf 2022 betaald ze 2% overdrachtsbelasting.
Er zijn drie voorwaarden waaraan moet worden voldaan om van het lagere tarief gebruik te maken:
- De onvoorziene omstandigheid vindt plaats tussen het tekenen van het koopcontact en het moment van overdracht bij de notaris;
- Door de onvoorziene omstandigheid kan de koper niet voldoen aan het hoofdverblijfcriterium (langere tijd in de woning wonen);
- De koper legt een ‘verklaring overdrachtsbelasting onvoorziene omstandigheden’ af, waarin hij aangeeft dat hij (of de persoon van wie hij heeft geërfd) tussen de datum van ondertekening van het koopcontract en de datum van de onvoorziene omstandigheid het voornemen had de woning als hoofdverblijf te gebruiken. Ook verklaart hij dat de onvoorziene omstandigheid de reden is dat hij redelijkerwijs niet in staat is de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken.
Vrijstelling overdrachtsbelasting bij terugkoop VoV-woningen
Om VoV-woningen (verkoop onder voorwaarden) betaalbaar te houden voor starters met een laag midden inkomen, stelt het kabinet voor dat woningcorporaties of projectontwikkelaars die VoV-woningen terugkopen van particulieren, vanaf 1 januari 2022 geen overdrachtsbelasting betalen. Door deze wijziging worden de overdrachtskosten voor woningcorporaties of projectontwikkelaars lager.
Zo blijft de VoV-woning ook voor een volgende particuliere koper betaalbaar.
Wijzigingen eigenwoningregeling
De eigenwoningregeling wordt op drie onderdelen aangepast per 1 januari 2022. De aanpassing geldt voor partners die niet in algehele gemeenschap van goederen gehuwd of geregistreerd partner zijn. Momenteel kunnen in sommige partnersituaties rente-aftrekbeperkingen voorkomen. Hierdoor kunnen eigenaren soms minder hypotheekrenteaftrek aftrekken. Vanaf 1 januari aanstaande wordt dit aangepast. Zo krijgen partners niet automatisch de eigenwoningreserve, aflossingsstand of eigenwoningschuld van de overleden partner. Op de website van de Rijksoverheid vindt u diverse voorbeelden van dit voorstel.
Meer woningen nodig
Op Prinsjesdag 2021 heeft het demissionaire kabinet geen grote maatregelen bekend gemaakt. Naast het vrijstellen van één miljard euro voor de woningmarkt, zijn er geen andere maatregelen om de krappe en oververhitte markt te bestrijden. Wij hopen dat de woningbouwimpuls zorgt voor een snelle verlichting. De realiteit is dat plannen maken voor nieuwbouw, met de nodige wettelijke procedures, jaren in beslag neemt en voor wij met elkaar merken dat er meer aanbod komt, wij een aantal jaren verder zijn. Reden te meer om snel keuzes te maken en aan de slag te gaan.